Eigenlijk vind ik alle gerechten waar Krulmie of noedels inzitten lekker. Dat is soms in soep of als basis waar je met kruiden en groenten een heerlijke maaltijd van kan maken. Dan kun je er van alles bij doen, vlees of vis of ook niets erbij. Het smaakt altijd lekker. In dit wokgerecht heb ik er heerlijk gemarineerde tijgergarnalen bijgedaan. Het recept is voor 2 personen.

* 200 gram noedels
* 10 grote tijgergarnalen
* 5 lente-uitjes
* 2 tenen knoflook
* Halve wortel
* 150 gram sperziebonen
* 3 eetlepels Ketjap manis
* 3 eetlepels oestersaus
* Een takje koriander
* Wat gedroogde uitjes
* Peper en zout 

Voor de marinade van de garnalen:
* Flinke scheut olijfolie
* Sap van halve citroen
* 1 theelepel knoflookpoeder of een verse teen geperst
* Peper en zout 

Maak de marinade en roer er de gepelde garnalen doorheen; zorg dat het eventuele darmkanaaltje weg is. Laat de garnalen tenminste een uur in de marinade staan. Zorg dat alle ingrediënten voor het snelle wokgerecht van tevoren klaarstaan, dus

– de lente-uitjes schoon en gesneden in schuine ringetjes
– de knoflook schoon, kern eruit en de pers bij de hand
– de wortel geschild en in flinterdunne plakjes
– de sperziebonen schoon, in drie stukjes en 5 minuutjes blancheren in
kokend water met wat zout
– een pan met water en zout erin aan de kook brengen om snel de noedels te kunnen koken. 

En dan gaan we beginnen. Snij de garnalen in 3 of 4 stukjes. Kook de noedels in het water zoals op de verpakking staat. Verwarm de wok en giet er de garnalen in mét de marinade, laat ze even bakken. Roer er vervolgens de lente-uiringetjes, boontjes en wortel doorheen tot alles lekker heet is. Dan de uitgelekte en één keer doorgesneden noedels erdoor mengen. Tenslotte alles op smaak brengen met de ketjap en oestersaus en misschien nog wat peper en zout.
Dien de noedels op en versier ze nog met wat gesnipperde blaadjes koriander en wat gedroogde uitjes.