Mijn variatie op de overheerlijke lauwwarme salade van inktvis en
aardappelblokjes die je vaak op de kaart ziet in Noord-Italië. De smaken zijn
niet helemaal hetzelfde natuurlijk, maar het komt er wel heel dicht bij! Probeer
maar eens, je eet er je vingers bij op!
Let op! De garnalen zijn het lekkerst als je ze enkele uren laat marineren!
Dit recept is voor 2 personen!
* 16 mooie grote rauwe garnaalstaarten zonder kop (scampi)
* 6 aardappeltjes gekookt, liefst Nicola’s 
* Handvol versgesneden peterselie
* Mooie olijfolie
* Glaasje droge witte wijn
* 1 sjalot
* 1 teen knoflook
* Enkele druppels hete olie (bijv. chili-olie)
* Enkele druppels citroensap
* Peper en zout van de molen
Haal de kop van de garnaal en pel zijn jasje, maar laat de staart bedekt. Snij met een scherp mesje de rugkant in en haal er het darmkanaaltje uit. Plet de knoflook, haal de kern er uit en snij hem heel fijn. Snij de sjalot ook fijn. Giet een flinke scheut mooie olijfolie in een schaaltje, doe er de knoflook en de sjalot in, peper en zout en enkele druppels citroen. Meng alles flink door elkaar en doe hier de garnalen in. Goed husselen, afdekken en enkele uren in de koeling om te marineren.
Zorg dat de aardappels gekookt zijn en lauwwarm.
Nu gaan we bakken. Zet een mooie koekenpan op vuur en giet het schaaltje met de garnalen in de pan om de garnalen snel te bakken. Let op dat de sjalot en knoflook daarbij niet verbranden, giet die anders later in de pan. Nu de peterselie erbij, blus dit af met een half kopje witte wijn en eventueel nog wat vocht van de aardappels. Snij de aardappels grof op het bord, verdeel de garnalen er overheen en giet het vocht uit de pan over de twee borden.
Smakelijk eten!!!!!!